Ook eerder in de historie schreef men over sociaal gedrag, dit is niet iets dat pas recent met social media is opgekomen. Juist nu kunnen oude werken ook weer voor inspiratie zorgen. Daarom is er deze serie die, hoewel vaak te kort van stof om een heel oeuvre recht te doen, probeert een inzicht te geven in bestaande literatuur. In dit zevende deel aandacht voor Max Weber, en zijn theorie over de opkomst van het Kapitalisme.
‘Protestantische Ethik’
Weber’s bekendste werk, ’Die Protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus’ is een invloedrijk werk dat andere drijfveren van ontwikkeling van een samenleving belicht dan puur economisch-historische factoren. Inmiddels hevig bekritiseert, geeft het werk wel stof tot nadenken over de drijvende krachten achter gemeenschappen. Tot Weber zijn werk publiceerde werd vooral vaak gekeken naar economische motieven achter culturele ontwikkelingen en niet zo zeer hoe er ook omgekeerd een bepaalde invloed kon gelden. Voor diegenen die geloven dat “een nieuwe manier van werken en denken” ook tot een nieuw economisch systeem kan gaan leiden is dit werk hoopgevend.
Het hoofdthema uit het boek is, uiteraard, het de ethiek van het protestantisme en haar invloed op het economisch apparaat. Weber is geen godsdienstsocioloog en het werk is dan ook geen uitgebreide theologische verhandeling. In plaats daar van wijst hij er op dat het Kapitalisme vooral ontstond in landen met een protestantse, puriteinse, achtergrond. Waar wij wellicht niet direct een verband zien tussen de twee wijst Weber er op dat de ethiek hier, in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij het katholicisme, hier alleen hard werken voorschrijft. Waar andere geloofsgemeenschappen giften aan kerkgemeenschappen en vrije tijd waardevol achtten, wijzen protestantse ethici op de ‘geneugten’ van een hardwerkend leven.
Maatschappelijke verandering
De maatschappelijke veranderingen die het Kapitalisme met zich meebracht ziet Weber als een gevolg van deze protestantse ethiek. Door niet alleen naar pure economische motieven te kijken vindt Weber ook een oplossing voor de vraag welke reden arbeiders in eerste instantie hadden om mee te gaan in die harde wereld. Zowel de oorsprong als de gevolgen van dit nieuwe economische systeem kwamen volgens hem dus voort uit bepaalde cultuurgebonden opvattingen.
We zouden kunnen zeggen dat de rest inmiddels geschiedenis is: investeren in de eigen onderneming, in plaats van spenderen in vrije tijd en kerk blijkt goed voor ondernemingen. Zo konden voor het eerst multinationals groeien. (Denk alleen al aan de VOC in ons eigen, ook protestantse, Nederland) Het systeem kon daarna uiteindelijk zelf nieuwe culturele omwentelingen in werking zetten die niet eens meer een protestantse achtergrond hadden. De ‘protestantse ethiek’ was zo de maatschappelijke vonk die een nieuw economisch proces in werking zette en tevens de eerste brandstof waarop het in het begint kon branden. Dit is in tegenstelling tot theorieën die destijds veranderingen verklaarden van uit puur economische motieven, nooit andersom. In die zin leert Max Weber ons dus een wijze les; om verder te kijken dan alleen één motief. Daarnaast geeft hij met dit werk een aanzet tot het onderzoeken van de rationele, niet naturalistische, kijk op de wereld die wij nu heel gewoon vinden.
Problemen
Weber zelf benadrukte al dat zijn benadering niet moest worden gezien als ‘de’ verklaring voor het Kapitalisme, maar als een van de factoren die een rol hebben gespeeld. In de latere kritieken op dit werk wordt het nog eens extra duidelijk; werden de eerste fabrieksarbeiders niet meer gedwongen hard te gaan werken onder slechte omstandigheden, dan puur ideologisch gedreven? Ook de correlatie met protestantisme zelf blijkt niet zo aanwezig als Weber veronderstelt. Wat waardevol is is het inzicht dat niet alles één ‘ultieme’ oorzaak hoeft te hebben: culturele opvattingen en economische motieven veranderen samen de maatschappij. Deze vanuit slechts een kant belichten doet de complexiteit dan ook te kort. Voor diegenen die maatschappelijke opvattingen een ‘society 3.0’ te weeg zien brengen biedt Weber wellicht hoop. Critici kunnen houvast vinden in het feit dat alleen ethische fundamenten waarschijnlijk niet genoeg zijn.
De serie
Dit is het zevende deel van een serie over klassieke werken en hoe deze ook voor nieuwe media tot inzichten kunnen leiden. De vorige delen:
Pierre Bourdieu: Sociaal Kapitaal
Erving Goffman: ‘The Presentation of Self in Everyday Life’ – Geheimen
Talcott Parsons: ‘The Social System’ – het AGIL model
Émile Durkheim: ‘Suicide’ (2) – sociale feiten
Émile Durkheim: ‘Suicide’ (1) – kopieergedrag
George Herbert Mead: ‘Mind, Self & Society’