Ook eerder in de historie schreef men over sociaal gedrag, dit is niet iets dat pas recent met social media is opgekomen. Wel kunnen juist nu oude werken ook weer voor inspiratie zorgen. Daarom een serie die, hoewel vaak te kort van stof om een heel oeuvre recht te doen, probeert een inzicht te geven in bestaande literatuur. In dit tweede deel: ‘Suicide’ van Émile Durkheim, en ook in het derde deel zal ik het hier over hebben vanuit een iets andere invalshoek.
Durkheim zelf was een van de grondleggers van de sociologie en stichtte ook de eerste sociologie faculteit van Europa in Bordeaux. Als een van de stichters van deze nieuwe academische discipline probeerde hij ook vast te leggen wat sociologie nu was en wat dat wetenschapsgebied dan precies bestudeerde. Eén van de punten waarmee hij kwam was het ‘sociale feit’: een op zich zichzelf staand observeerbaar feit in de samenleving dat niet gebonden is aan de acties van ons als individu maar juist onze acties bepaalt. Dit geeft ook direct de aanleiding aan voor de behandeling van zijn werk in deze serie, waarin ik natuurlijk specifieke sociale aspecten wil uitlichten.
Het werk van Émile Durkheim
Het boek ‘Suicide’ gaat over de sociale feiten die zelfmoord bepalen, terwijl zelfmoord iets is dat we vooral altijd als een zeer individuele daad beschouwen. Durkheim beschouwt in dit werk zelfmoord juist aan de hand van sociale factoren, misschien tegenintuïtief, maar hij maakt daar mee een goede zaak voor sociologie als vakgebied en deze factoren in het algemeen.
In dit eerste deel wil ik het echter niet hebben over de factoren met betrekking tot zelfmoord die Durkheim in zijn boek beschrijft als sociale feiten. In het eerste artikel uit deze serie zagen we al dat individuele gedragingen voortvloeien uit sociaal gedrag, en dus niet een puur individuele uiting zijn. Gedrag in een sociale context komt voort uit een interactie met anderen en hoewel de beschrijving van de ‘sociale oorzaken’ van zelfmoord juist daarvan een zeer sprekend voorbeeld zijn lijkt het me aardiger te beginnen met de uitzonderingen in het boek ook beschreven worden. Ook die uitzonderingen hebben namelijk een sociale context die we in Nieuwe Media kunnen herkennen.
Kopieergedrag
Ik spreek bij kopieergedrag van uitzonderingen omdat Durkheim zelfmoord op deze basis ook zo beschrijft. Of beter gezegd: hij beschouwt een ‘gekopieerde’ zelfmoord als ondergeschikt aan de andere sociale invloeden. Op een hoger niveau ziet hij geen invloed van kopiëren in de zelfmoordratio, deze wordt slechts bepaald door de andere sociale invloeden waar ik het in het tweede deel over zijn werk over zal hebben.
Toch kan ook Durkheim niet om het feit heen dat er wel wel degelijk kopieergedrag bestaat. En of hij nu gelijk heeft dat het deel uitmaakt van de sociale invloeden die hij wel onderkent of niet: het blijft interessant te zien dat simpelweg kopiëren wel echt bestaat. Want ook bij een zeer individuele daad laten we ons dus nog leiden door anderen. Misschien komen we wel én niet geheel onafhankelijk tot de keuze iets te gaan doen én ook nog eens niet op de manier waarop.
Met betrekking tot zelfmoord worden in het boek verschillende kopieer gevallen vrij precies beschreven:
Ze lijken elkaar te kopiëren. Er is het bekende verhaal over vijftien patiënten die zichzelf in korte tijd achter elkaar in 1772 verhingen aan dezelfde haak in een donkere doorgang in het ziekenhuis. Toen die haak werd weggehaald was die uitbraak voorbij.
Beïnvloeding
Dit is een interessant gegeven, ook online. Niet alleen zijn er dus sociale factoren die invloed hebben op ons gedrag, we meten hoe we iets doen ook nog eens af aan anderen. Juist deze bewustwording is recentelijk populair aan het worden in de online marketing. Wanneer men iets aan wil schaffen, zal men bijvoorbeeld kijken naar influencers in het netwerk die al eens zoiets eerder gekocht hebben. Wanneer een bepaald gedrag, een bepaalde aankoop, net op jouw rader is verschenen op een duidelijke manier, ga jij dit gedrag misschien wel op precies diezelfde manier overnemen.
Vreemd genoeg wordt social media vaak omschreven als de mogelijkheden van onafhankelijkheid: iedereen kan dingen maken, bewerken, “iedereen CEO”. Feiten over het bestaan van kopieergedrag in het verleden, ook bij hele individuele beslissingen doen ons beseffen dat ook in zo’n omgeving ook sociale factoren belang hebben. Social media moet juist om het ‘social’ aspect niet beschouwd worden als een verzameling individuele uitingen, of een verzameling individuele bijdragen aan een geheel. Ook in een online context gaat het júist bij sociale ook om voorbeelden van anderen, ons gedrag aanpassen aan onze omgeving. Misschien dat juist daarom vandaag de dag regulering van online gedrag zo hoog op de agenda van menig organisatie staat.
Dit is het tweede deel van een serie over klassieke werken en hoe deze ook voor nieuwe media tot inzichten kunnen leiden. Het vorige deel:
George Herbert Mead: ‘Mind, Self & Society’