Dag drie van SES London: de sessie over Social Media metrics met Jim Sterne. Waar je verwacht veel concrete tips & tricks te krijgen bleef dit redelijk uit. Tussen een berg Search Engine marketeers bleef het enthousiasme na deze keyote daardoor matig, hoewel de belevenis dat Social er is en veel kan bijdragen na deze sessie zeker alom aanwezig was.
Sterne startte met een uiteenzetting hoe hij online metrics ziet. Eigenlijk een bekend verhaal met bekijken van positieve en negatieve effecten en de net promotor score. Online reputatiemanagement dus eigenlijk, met de bedoeling een zo groot mogelijk positief effect te bereiken.
Probleem is alleen dat er wel tools zijn om dit te monitoren, maar dat de tools nog niet optimaal zijn. Sterne nam als voorbeeld Twittratr met een voobeeld van Obama. Twittratr meet positieve, neutrale en negatieve tweets aan de hand van tekstuele analyse. Toch zitten hier nogal wat foutjes in, de tekstuele analyse is gewoonweg nog niet slim genoeg, hoewel er ongetwijfeld bedrijven in de Atificial Intelligence zijn die hier steeds verder in ontwikkelen. Posts met het woord “cool” worden makkelijk een positieve kwalificatie meegegeven, terwijl in de Tweet zelf een negatieve draai wordt meegegeven. Nog niet foutloos dus.
Het online tracken aan van Social Media werd opgehangen aan een vijftal punten die Sterne behandelde:
- Awareness
- Attitude
- Influence
- Response
- Value
Ik pak het verhaal even op vanaf punt drie, het creeren van Awareness en de houding tegenover online aanwezigheid in Social Media is al breed uitgemeten en was ook niet sterk vernieuwend.
Social Media: Influence, Response & Value
Deze onderwerpen werden besproken met Facebook als voorbeeld. 53% van de Facebook gebruikers ogt dagelijks in en dat maakt het een interessant platform om effecten en bewegingen te meten. Voor influence bijvoorbeeld willen we weten wie nou precies wie beinvloedt. Kijkend naar je eigen activiteiten op je fan- en grouppages, het aantal views en acties dat je daar genereert, maar ook het aantal doorplaatsingen de effecten op bereik en activiteit die daar weer uit voort komen. Belangrijk om bij stil te staan: Influence is tijdelijk, verandert constant en ook de “infuencials” veranderen continu.
Meten van response vervolgens, komt terecht bij een aantal bekende metrics: Visits, Clicks, Retweets, Blog posts, Blog Comments en Ratings, om maar enkele voorbeelden te noemen. Terwijl wat we eigenlijk willen meten en weten is: Subsciptions, Memberships, Registrations en andere activiteiten die hier juist uit voortkomen. We moeten niet uitgaan van mensen die onze websites willekeurig bezoeken, maar juist achterhalen waar zij ons eerder zijn tegengekomen, en dan zijn we met name geinteresseerd in hoe dat te achterhalen met Social Media! Sterne noemde nog terloops Taelium, waarmee keywords aan url’s gekoppeld.
Uiteindelijk komen we met Stern bij de kern: het meten van Value! Daarover heeft Stern wel een interessante opvatting… hoveel is een Social Media participant nou waard? Kijk naar lifetime value en we krijgen een voorbeeld. Stel dat 10.000 personen over je shampoo praten en de lifetme value van een klant ligt op 29,-$, terwijl 5% ook daadwerkelijk participeert. De waarde van 1 zo’n participant: 7,25 cent. In ieder geval een interessante manier om over de waarde van Social Media participanten na te denken en stappen te zetten richting een meetbaar systeem.
Tot zover de input van keynotes op Search Engine Strategies Londen 2010. In volgende posts zullen de tips, tricks en visionaire opmerkingen van andere aanwezige sprekers in de sessies worden besproken. Check ook de blogs van mijn Yonego collega’s Niels Buijs en Joris Toonders op andere platforms voor meer verslag en inspiratie vanuit Londen!