De afgelopen tijd verschenen er op bijgespijkerd en in andere media diverse artikelen over de keuze tussen mobiele webapplicaties (web) en native applicaties (apps). Toch is die keuze niet zo zwart-wit en daarom wil ik op het gebied van strategie, distributie en techniek met dit artikel daar kort wat nuancering in aanbrengen.
Strategie
Het verbaast mij hoe de mobiele strategieën van NOS en BBC (vooral de laatste tijd) vaak als voorbeelden worden gebruikt bij die keuze.
Laat ik voorop stellen dat beide omroeporganisaties erg innovatief zijn op web en mobiel, maar wel (semi-)overheidsorganen zijn. Dit betekent dat zij de taak hebben om met een beperkt budget een zo groot mogelijk publiek met hun nieuws te bereiken. Ik geef deze organisaties dan ook groot gelijk als zij aangeven dat het ontwikkelen en onderhouden van mobiele applicaties voor elk platform een dure aangelegenheid is.
De meeste bedrijven daarentegen bereiken liever hun specifieke doelgroepen, dan een zo groot mogelijk publiek. Uiteraard spelen kosten bij bedrijven een belangrijke rol, maar bovenal klanttevredenheid en effectiviteit.
Daarnaast moet je kijken naar hoe mobiele apparaten worden gebruikt. Nokia heeft bijvoorbeeld qua aantallen een groot marktaandeel, maar qua dataverkeer en applicatiegebruik hebben platformen zoals iPhone en Android een veel groter marktaandeel.
Kiezen voor specifieke en/of een beperkt aantal platformen kan daarom voor bedrijven heel legitiem zijn.
Distributie
Als je effectief een doelgroep wilt bereiken met mobiele media, dan moet je effectieve mobiele distributiekanalen kiezen en gebruiken. Het succes van iPhone apps is niet alleen toe te rekenen aan de extra technische mogelijkheden, maar ook aan het succes van de Apple App Store. De Apple App Store is een distributiekanaal wat snel en eenvoudig werkt en naar mijn mening nog niet geëvenaard is door andere app stores.
De aanwezigheid van een eenvoudig betaalsysteem is vooral voor aanbieders van betaalde applicaties en/of content een extra argument om voor bepaalde platformen/distributiekanalen te kiezen.
Effectieve distributiekanalen via de browser blijven vooralsnog uit, waardoor goede mobiele webapplicaties vaak niet hun doelgroep kunnen bereiken.
Techniek
De keuze voor een mobiele webapplicatie of native applicatie is gelukkig niet zwart-wit, zodat het beste van beide technologieën gebruikt kan worden voor de meest effectieve en efficiënte oplossing.
De vorm wordt deels beperkt door het distributiekanaal. Zo laat de Apple AppStore vooralsnog alleen native applicaties toe en geen webapplicaties. Dit wil echter niet zeggen dat er binnen een native applicatie geen gebruik gemaakt kan worden van webtechnologie. Vrijwel elk mobiel platform kan webcontent en websites afbeelden binnen een native applicatie. Theoretisch kan een native applicatie dus alleen dienen ter distributie van een online webapplicatie, maar deze ’thin client’ benadering beperkt vaak wel de gebruikerservaring.
Een veel betere oplossing is het gebruiken van native applicaties om informatie slim en interactief te verzamelen en te presenteren. Waar mogelijk moeten logica en data op het (platform onafhankelijke) web worden beheerd. Dit hybride concept noemt Microsoft al jaren de ‘smart client’. Data en logica zijn hiermee eenvoudig te updaten zonder dat de mobiele applicatie aangepast moet worden. Tegelijkertijd maakt de native applicatie maximaal gebruik van de capaciteiten van het mobiele apparaat met een maximale gebruikerservaring als resultaat.
Kortom, web developers en app developers zullen vaker de handen ineen moeten slaan om mooie ‘connected’ mobiele oplossingen te realiseren die waarde leveren aan de gebruiker!