aldus filosoof en hoogleraar Bas Haring, keynote speaker tijdens Dé Onderwijsdagen van SURF en Kennisnet op 8 en 9 november 2011. Deze dagen bieden bezoekers een palet aan workshops en presentaties over de rol van ICT in alle vormen van onderwijs. Haring deelde drie reflecties met het publiek waarbij hij onder meer de negatieve effecten van Twitter benoemde. Ik was in de gelukkige omstandigheid om hem daar, na zijn keynote, nog wat op door te vragen.
Bas Haring is filosoof en hoogleraar ‘publiek begrip van de wetenschap’ aan de Universiteit van Leiden. Velen kennen hem van zijn boeken en zijn televisieprogramma’s Stof en Haring waarin hij op zoek ging naar antwoorden op alledaagse vragen met filosofische raakvlakken.
Zoals je van een filosoof mag verwachten, filosofeerde hij in zijn keynote in de vorm van drie reflecties die hij op een uitdagende en ook inspirerende manier aan de bezoekers voorlegde.
Allereerst ziet hij leren steeds meer als een fragmentarisch iets. We leren steeds meer in brokjes, fragmenten, stukjes die geen logische structuur hebben. ICT kan die structuur dan voor ons aanbrengen. Zijn tweede reflectie was die over de negatieve kanten van Twitter. Daarover zo meer. Als laatste hoopt hij dat leerlingen en studenten meer gebruik mogen maken van ICT om onderzoekjes te doen. Denk bijvoorbeeld aan de vele data die via social media openbaar is en gebruikt kan worden om onderzoeksvragen te beantwoorden.
Hij gaf het voorbeeld van een Amerikaans onderzoek naar kinderen en de Kerstman. Houden kinderen nou werkelijk zo veel van de Kerstman? Wat deden de onderzoekers? Ze verzamelden op Flickr foto’s van kinderen die bij de Kerstman op schoot zitten. Vervolgens kregen mensen de vraag? Lacht dit kind, huilt dit kind of weet je het niet? Voor de volledigheid: ongeveer 40% huilde op de foto.
Maar terug naar die tweede reflectie. Daar wilde ik meer over weten en Bas had al toegezegd daar tijd voor te maken.
Bas, je tweede reflectie over Twitter en met name retweeten zette me wel aan het denken. Is retweeten nou echt zo funest?
‘Twitteren is in de vorm van retweeten eigenlijk spieken en de vraag is of je daar nou verstandiger van wordt. Juist door niet te spieken kom je tot nieuwe inzichten, denk je zelf meer na. Maar we roepen allemaal dat we van al die tweets beter worden, slimmer. Is dat nou werkelijk zo? Ik wil dit nog gaan onderzoeken, maar nog iets: in de natuur leidt meer contact, tot minder soorten, dus minder variatie. Je zit het ook bij eten. Het aantal soorten eten, de variatie daarin, wordt wereldwijd steeds minder door het contact. Ik ben dus niet zo enthousiast over het wereldwijde contact via Twitter, dat eigenlijk alleen maar tot minder variatie leidt. Maar zoals ik al zei, ik wil hier echt nog onderzoek naar gaan doen.’
Maar wat vind je dan van het gebruik van Twitter in hoorcolleges om meer studenten de mogelijkheid te geven om te reageren? In Amerika wordt daar veel gebruik van gemaakt.
‘Ik weet niet of je dat nou echt nodig hebt om studenten bij de stof te betrekken. Tot 200 studenten kun je prima interactief werken. Daar heb je echt geen Twitter voor nodig. Er zijn ook andere manieren, zonder social media, om betrokkenheid te genereren.’
En mobiele toepassingen in onderwijs?
‘Jazeker, ik zie veel mogelijkheden om bijvoorbeeld de iPhone te gebruiken. Dit apparaat beschikt over allerlei functies en technieken waarmee je bijvoorbeeld leerlingen onderzoek kunt laten doen. Ik heb aan de Universiteit van Leiden een cursus programmeren voor de iPhone opgezet, omdat ik geloof dat zelf dingen bedenken, in elkaar zetten, uitermate leerzaam is. Ik moest trouwens eerst mezelf inwerken op het programmeren voor een iPhone, want de taal kende ik nog niet. Maar goed, je ziet dan hoe groot het effect is wanneer iemand zelf iets creëert en de werking ervan ervaart. Eigenlijk zou programmeren gewoon een onderdeel moeten zijn van regulier onderwijs.’
Ik bedankte Bas en bedacht: ga ik hier iets over twitteren?