Neuromarketing, een veel gehoorde en gebruikte term in de wereld van de marketeers. Zonder de wetenschap uit te sluiten of hier een blog te schrijven waarin verschillende definities teniet worden gedaan, gaat deze blog over een aantal praktische tips.
Neuromarketing is technisch gezien in ontwikkeling. In de jaren 80 was Sigrid Vögele één van de eersten die vanuit wetenschappelijk perspectief is gaan analyseren hoe het lees-, kijk- en koopgedrag van mensen er nu uitziet. Met zijn ogencamera (een soort helm op je hoofd die je bewegingen naar direct mail volgt, zijn de eerste waarnemingen gedaan. Op basis van die waarnemingen heeft hij een theorie ontwikkeld om dat lees-, kijk- en koopgedrag van mensen te beïnvloeden.
De technologische ontwikkelen zorgen ervoor dat er gewerkt kan worden met apparatuur die metingen met elkaar gaat combineren. Denk aan een fMRI of een meting via diodes op het lichaam. Deze waarnemingen en metingen zorgen ervoor dat er vanuit de wetenschap en door de inzet in de praktijk meer inzicht komt in ons gedrag. En dat inzicht wordt dan vertaald naar instrumenten en methodieken die we als marketeer gebruiken in onze strategie.
Het geven van 6 tips is natuurlijk veel te weinig. Vanuit CustomerTalk wordt met regelmaat aandacht geschonken aan de ontwikkelingen van neuromarketing en de praktische toepasbaarheid. Dat is onder andere een evenement Customer Behaviour & Insight in 1 Day en een meer praktische training Neuromarketing in de praktijk.
Tip 1 – het gaat NIET om jou
In de praktijk zien we vaak en veel uitingen die gericht zijn op het praten over jezelf dan het praten over de klant. In de praktijk moet je niet vertellen wat je wilt zeggen maar vertellen wat de klant wil horen. Dat geeft een basis van vertrouwen en het leggen van contact gaat sneller en gemakkelijker.
Tip 2 – sterke start en goede eindsprint
Over het algemeen onthouden hersenen het begin van een situatie en het eind van een situatie. Een sterk begin zorgt voor een goed fundament en dit fundament wordt door de hersenen als referentie opgeslagen.
Aan het eind van een gesprek of bericht komen de hersenen weer in werken en het laatste moment wordt ook weer als sterkste element onthouden. Het ijsje na de kassa bij IKEA is hier een goed voorbeeld van.
Tip 3 – houd het eenvoudig
De uitspraak “less is more” is hier van toepassing. Teveel teksten en teveel cijfers vormen met elkaar geen basis van informatie die onze hersenen kunnen verwerken, laat staan onthouden. Als iemand tijdens het lezen in verwarring raakt is de kans op “afhaken” groot. Zorg voor korte en strakke boodschappen. Deel je teksten ook zo in.
Tip 4 – toon emotie
Mensen worden geraakt door mensen, communicatie is iets tussen mensen. Door emotie te tonen in de communicatie speel je in op het verkrijgen apathie en wek je vertrouwen. Daarnaast stimuleert emotie de hersenen en ontwikkel je daarmee aandacht bij de lezer en ontvanger.
Tip 5 – laat zien
Door te werken met afbeeldingen, goede indeling van teksten en het gebruik van bewegend beeld, trek je de meeste aandacht. De hersenen zijn sterk visueel ingesteld en daarom is het effect met het inzetten van deze media groter.
Tip 6 – langer is niet altijd beter
Mensen hebben de neiging om vooral veel te vertellen of te laten zien. Kort en krachtig, effectieve boodschap, leidt tot meer impact op de hersenen en daarmee het gedrag van mensen.
Met deze 6 tips is het mogelijk om een eerste audit uit te voeren op de huidige inzet van media en middelen. Denk van buiten naar binnen, denk vanuit de klant. Dat is eigenlijk de belangrijkste stelregel bij het succesvol inzetten van neuromarketing.