Als je teksten schrijft voor een breed publiek, dan is het goed om eenvoudig Nederlands te schrijven. B1-teksten dus. Maar hoe doe je dat? Wij als redactie van Bijgespijkerd geven je 7 tips.
Hier zijn onze 7 tips voor het schrijven van B1-teksten:
- Denk goed na over je doelgroep. Voor wie schrijf je de tekst? Wat wil je dat de lezer begrijpt of doet? Als je weet voor wie je schrijft, kun je je taalgebruik daarop afstemmen.
- Gebruik eenvoudige woorden. Vermijd moeilijke woorden met meer dan drie lettergrepen, abstracte woorden en vaktermen. Als je een moeilijk woord toch moet gebruiken, leg dan uit wat het betekent.
- Gebruik korte zinnen. Iedere zin bevat één boodschap. Overbodige (hulp)werkwoorden zoals “zullen”, “worden” en “zijn” komen zo weinig mogelijk voor.
- Gebruik actieve zinnen. Actieve zinnen zijn makkelijker te begrijpen dan passieve zinnen.
- Gebruik duidelijke voorbeelden. Voorbeelden helpen de lezer om de tekst beter te begrijpen.
- Gebruik een duidelijke structuur. Begin met een duidelijke inleiding, zet de belangrijkste punten uiteen in de kern en sluit af met een samenvatting.
- Controleer de spelling en grammatica. Fouten in spelling en grammatica kunnen de leesbaarheid van de tekst verminderen.
Hier zijn nog een paar extra tips:
- Gebruik tussenkopjes. Tussenkopjes helpen de lezer om de tekst snel te scannen en de belangrijkste punten te vinden.
- Houd de tekst kort. B1-lezers hebben niet veel tijd om te lezen. Houd de tekst daarom kort en bondig.
- Gebruik humor of emotie. Humor en emotie kunnen de tekst aantrekkelijker maken en de lezer helpen om de boodschap beter te onthouden.
Door deze tips te volgen, kun je ervoor zorgen dat je teksten begrijpelijk zijn voor mensen die het Nederlands op niveau B1 beheersen.