De Top 2000 van 2010 zorgde de afgelopen week voor flinke meningsverschillen. Online was er een verbale strijd tussen voor- en tegenstanders gaande. Als je iets verder kijkt, blijkt het vrij simpel om de belangrijkste verschillen van mening terug te brengen naar de kern: hoe zet je het beste crowdsourcing in?
De afgelopen dagen ging het spektakel weer los: de Top 2000 2010 was alom aanwezig op radio en televisie. Maar eigenlijk waren de online discussies over de lijst veel interessanter dan de muziek zelf. Met als hoogtepunten een stuk op de opiniepagina van de Volkskrant van Bertil Huzen en de reactie van “muziekprofessor” Leo Blokhuis erop. Deze discussie was vooral interessant met een beetje theorie over crowdsourcing in het achterhoofd.
De wijsheid van de menigte
Dus laten we met dat beetje theorie beginnen. In zijn sterke boek “The Wisdom of Crowds” beschrijft James Surowiecki een aantal belangrijke voorwaarden om crowdsourcing succesvol in te zetten:
- Heterogeniteit. Een groep moet voldoende divers zijn voor voldoende verschillen in inzicht, kennis, opvattingen en denkproces.
- Decentralisatie. Om ervoor te zorgen dat de inbreng “van onderaf” goed verloopt, moet het proces niet gecentraliseerd worden.
- Onafhankelijkheid. Mensen moeten in staat zijn zelf hun keuzes te maken, zonder daarin door de anderen beïnvloed te worden.
- Aggregatie. Er is een mechanisme om uit ieders inbreng een gezamenlijke mening te destilleren.
OK, laten we nu eens kijken naar de kritiek van Bertil Huzen. In de Volkskrant van 29 december schreef deze letterkundige een opiniestuk met de titel “Een gruwel voor wie echt van muziek houdt” dat zich toespitst op twee punten.
Heterogeniteit
Allereerst vindt hij de lijst getuigen van “eenzijdige oubolligheid”. In zijn ogen is “de muzikale smaak anno 2010 meer versnipperd dan ooit in genres en subgenres”. Maar dat komt totaal niet tot uiting in de Top 2000 omdat deze wordt uitgezonden door Radio 2, een zender voor “zoutzakken met een voorspelbare muzieksmaak. […] Dat maakt de Top 2000 ongeloofwaardig.”
Zo biedt de lijst nauwelijks of geen ruimte aan “zwarte” muziek van bijv. James Brown en Marvin Gaye en aan stevigere werk van bijv. Nirvana, The White Stripes en Nine Inch Nails. Sterker nog: “Waar muzikale- en genregrenzen vervagen, kun je je ook afvragen waarom er geen plek is voor Bach, Mozart of Beethoven.”
Kortom: het programma spreekt een (te) beperkte, homogene doelgroep aan, waardoor het ontbreekt aan heterogeniteit.
Decentraliteit en onafhankelijkheid
Ten tweede heeft Huzen commentaar “de krakkemikkige wijze waarop de redactie van Radio 2 de lijst samenstelt”. Luisteraars moeten 10 platen selecteren uit een door de redactie samengestelde ‘long list’ en kunnen maar 5 ‘eigen’ platen toevoegen. Hierdoor “blijft de lijst elk jaar bijna hetzelfde en is er nauwelijks sprake van verjonging en vernieuwing.”
Huzens kritiek is dus ook dat het selectieproces van de Top 2000 niet decentraal en niet onafhankelijk is, omdat de keuzemogelijkheden centraal vastgesteld worden en (deels) beperkt zijn. De redactie beïnvloedt daarmee direct en indirect de keuzes van de stemmers.
Geen zuivere crowdsourcing
Huzen betoogt dus dat de Top 2000 geen goede weergave is van de werkelijke smaak van de mensen en dat deze eerlijker en transparanter moet worden. Gezien het online rumoer waren velen het met hem eens. Sommigen zagen zelfs de opvattingen van cultuur-pessimist Andrew Keen, verwoord in zijn boek The Cult of the Amateur (bottom line: inspraak door de massa vervlakt de cultuur), bevestigd worden in de lijst.
De muziekprofessor
Leo Blokhuis, in het televisieprogramma Top 2000 a Gogo door Matthijs van Nieuwkerk steevast opgevoerd als ‘muziekprofessor’, reageert op de kritiek van Huzen via een commentaar op zijn eigen website. Daarin legt hij uit dat de Top 2000 helemaal niet bedoeld is als representatief beeld van de muzieksmaak van Nederland. Het is gewoon een feestje van Radio 2, een zender voor een specifieke doelgroep. “Radio 2 is Neerlands grootste zender met als kerndoelgroep de luisteraar van 35 tot 54 jaar. Het is – en dat zeg ik zonder enige vorm van waardeoordeel – een zender die zich muzikaal richt op het veilige midden.”
Dat uitgangspunt maakt volgens Blokhuis een lijst zoals Huzen die voor ogen heeft op voorhand onmogelijk. Ook op andere zenders, zoals 3FM, want formatvrije radio is in Nederland vrijwel onmogelijk. “Dat lijkt voor alle Nederlandse zenderbazen een véél te grote stap. Alle bazen, op één na. Rob Stenders met zijn onvolprezen kxradio.nl.”
Aan de kritiek op het stemproces gaat Blokhuis grotendeels voorbij. Wel bevestigt hij redelijk terloops de geruchten van manipulatie van de lijst: “Kan zijn. Er is geen lijst, ook de Top 40 en de Mega Top 50 niet, waar niet mee gerommeld wordt. Ik ben het er niet mee eens, maar ik kan er echt geen halszaak van maken.”
De structuur van de Nederlandse radio leent zich in de ogen van Blokhuis dus helemaal niet voor de heterogeniteit van een échte Top 2000 voor en door alle Nederlanders. En een decentraal en onafhankelijk opgestelde lijst (zonder manipulatie) is al net zo’n illusie.
Gruwel
Blokhuis geeft daarmee, waarschijnlijk niet heel bewust, toe dat Huzen gelijk heeft in zijn kritiek op de crowdsourcing. Maar dat doet er niet toe volgens hem en de miljoenen mensen die genieten van de muziek, de “trips down memory lane” en de verbondenheid van het samen luisteren. En hij heeft natuurlijk een punt als hij stelt dat Huzen niet namens die miljoenen luisteraars van Radio 2 kan bepalen of ze écht van muziek houden.
De lijst is daarmee misschien niet een gruwel voor wie echt van muziek houdt. Maar het is het zeker wél voor wie echt van crowdsourcing houdt.